Autorijden met kinderen betekent extra verantwoordelijkheid. Een goedgekeurd kinderzitje is daarbij geen luxe, maar een wettelijke verplichting én een belangrijke veiligheidsmaatregel. In Europa en Nederland gelden duidelijke regels over welk zitje geschikt is, afhankelijk van de leeftijd, lengte en het gewicht van je kind. Ook zijn er nieuwe normen die bepalen welke kinderzitjes veilig en toegestaan zijn. In deze blog zetten we de belangrijkste regels en aandachtspunten overzichtelijk op een rij, zodat je precies weet waar je op moet letten.
Verplicht kinderzitje
Volgens de Europese Richtlijn moeten kinderen die kleiner zijn dan 1,50 meter worden vervoerd in een (EU-)goedgekeurd en geschikt kinderbeveiligingssysteem. Geschikt betekent in dit geval dat het hulpmiddel moet aansluiten bij zowel het gewicht als de lengte van het kind. Wanneer je deze regel aanhoudt tijdens reizen binnen Europa zouden er geen problemen moeten ontstaan. In Nederland en sommige andere Europese landen maakt echter gebruik van een uitzondering. Hier is een kinderzitje verplicht tot het kind een lengte heeft van 1,35 meter.
Airbags en plaatsing van het kinderzitje
Voorin de auto
Zit jouw kind in een achterwaarts geplaatst zitje op de passagiersstoel voorin de auto? Vergeet dan niet dat de airbag uitgeschakeld moet zijn. Staat de airbag uit, dan mag een achterwaarts gericht kinderzitje wel op de voorstoel geplaatst worden. Doe je dit niet, dan kan de airbag bij een botsing juist levensgevaarlijk zijn. Bij een botsing klapt de airbag met enorme kracht uit en kan dit levensgevaarlijk zijn voor het kind. Een voorwaarts gericht kinderzitje mag in sommige landen wel op de voorstoel met een actieve airbag, maar het wordt over het algemeen sterk afgeraden omdat de airbag verwondingen kan veroorzaken. In veel gevallen is het bovendien veiliger om jonge kinderen achterin te plaatsen.
Op de achterbank
De achterbank is de veiligste plek voor een kinderzitje, mits er een driepuntsgordel of ISOFIX aanwezig is. Vooral de middenpositie wordt aangeraden. Zo zit het kind namelijk zo ver mogelijk van de zijkanten af. Als de middenpositie niet geschikt is, wordt meestal de plek achter de passagiersstoel aanbevolen. Dat maakt het makkelijker en veiliger om het kind in en uit het zitje te tillen vanaf de stoepzijde in plaats van aan de kant van het verkeer.
Bevestiging met ISOFIX of autogordel
ISOFIX of autogordel: steeds meer auto’s hebben ISOFIX-aansluitingen. Dit systeem maakt het bevestigen eenvoudiger en verkleint de kans op fouten. Als ISOFIX ontbreekt in de auto, dan kan het kinderzitje natuurlijk ook met de driepuntsgordel worden vastgezet. Het is belangrijk om goed op te letten dat de gordel op de juiste manier door het zitje geleid wordt zoals in de gebruiksaanwijzing staat aangegeven.
Richting van het zitje
Achterwaarts gericht voor baby’s en jonge kinderen: biedt de beste bescherming voor nek en hoofd bij een botsing. Voorwaarts gericht voor oudere kinderen: toegestaan zodra het kind groot en zwaar genoeg is volgens de richtlijnen van het zitje, maar achterwaarts vervoer (indien mogelijk) blijft veiliger.
Waarom moeten airbags uitgeschakeld zijn bij kinderen?
Airbags zijn ontworpen voor volwassenen en openen met een snelheid van meer dan 200 kilometer per uur. Voor een kind, vooral in een achterwaarts gericht zitje, is dat veel te krachtig. Daarom zijn kinderzitjes zo ontworpen dat ze de krachten bij een botsing opvangen. Dat werkt alleen goed als ze op de juiste plek en met de juiste oriëntatie worden geplaatst.
Europese goedkeuringsnormen
Kinderzitjes moeten voldoen aan Europese veiligheidsnormen. Er bestaan twee normen:
- R44 – de oudere norm die gebaseerd is op gewichtscategorieën (groepen 0 t/m 3). Na september 2024 zullen deze stoeltjes niet meer in de winkel te verkrijgen zijn. Het gebruik van deze kinderzitjes is echter nog minimaal 8 jaar toegestaan. Vervangen van dit oudere stoeltje is dus nog niet noodzakelijk.
- R129 oftewel i-Size – Deze norm is de nieuwste veiligheidsnorm. Het is geïntroduceerd om de veiligheid van kinderen onderweg te verbeteren. Het juiste autostoeltje voor je kind kies je op basis van zijn of haar lengte. Dit maakt het voor jou als ouder makkelijker om de juiste autostoel te kiezen voor je kind. i-Size-autostoeltjes hebben ook een grondiger testproces ondergaan dan de oudere R44-autostoeltjes. Daarnaast bieden deze kinderzitjes verbeterde hoofd- en nekbescherming.
Hoe is i-Size te herkennen?
Een i-Size autostoel is te herkennen aan het oranje goedkeuringslabel. Iedere i-Size autostoel is voorzien van dit keurmerklabel. Hierop vind je ook voor welke ‘groep’ het autostoeltje geschikt is, bijvoorbeeld 67cm tot 105cm met een gewicht tot 18,5 kg. Via de keuringsnummers E1 en ‘030063’ is het autostoeltje gekoppeld aan de testrapporten van de overheid. De aanduiding R129/03 geeft aan volgens welke regelgeving (R129) en versie van de regelgeving (3e update) het stoeltje is getest.
Type labeling
Er zijn drie typen goedkeuringen voor autostoeltjes: universeel, semi-universeel en voertuig-specifiek. Deze kun je gebruiken om te weten te komen of het autostoeltje in je auto past.
Een label met universele goedkeuring geeft aan dat het kinderzitje in principe in elke auto gebruikt kan worden. Gaat het om een ISOFIX-zitje, dan moet dit altijd worden bevestigd aan de ISOFIX-bevestigingspunten van de auto en de daarbij behorende top tether of een steunpoot. Twijfel je of jouw auto hiervoor geschikt is? Raadpleeg dan de handleiding van de auto en controleer of daarin staat dat deze geschikt is voor Universele ISOFIX-kinderzitjes.
Als op het autostoeltje een semi-universele goedkeuring is aangegeven, dan kan het gebruikt worden in bijna alle voertuigen. Kijk eerst naar de autotypelijst van de fabrikant van het kinderautostoeltje. Als jouw autotype en het model in de lijst staat, dan kun je ervan uit gaan dat het stoeltje geschikt is voor jouw auto.
Een voertuig-specifiek autostoeltje is alleen goedgekeurd voor gebruik in specifieke auto’s. De auto moet dus in de autotypelijst van de fabrikant van het kinderautostoeltje staan.
Overgangsregels en praktijk
De overgang naar de ECE R129-norm is bedoeld om kinderzitjes veiliger én gebruiksvriendelijker te maken. Dankzij ISOFIX en strengere eisen sluiten de stoeltjes beter aan bij zowel het kind als de auto. Toch zijn oudere zitjes die voldoen aan ECE R44-norm nog steeds legaal in gebruik.
Praktische tips voor ouders:
- Kies een zitje dat past bij zowel je kind (denk aan lengte en gewicht) als je auto.
- Plaats en vervoer je kinderen zo lang mogelijk achterwaarts. Dit geeft betere bescherming van het hoofd en de nek.
- Controleer regelmatig of het kinderzitje nog goed vastzit en of de gordels strak genoeg aangetrokken zijn.
- Lees altijd zowel de handleiding van het kinderzitje als die van je auto.
- Gebruik bij baby’s een verkleiner zodat hoofd en nek extra beschermd worden.
Een goedgekeurd kinderzitje is meer dan een wettelijke verplichting. Het is een investering in de veiligheid en het welzijn van je kind. Door te kiezen voor een zitje dat past bij de leeftijd, lengte en het gewicht van je kind, geef je jezelf gemoedsrust en bied je je kind de beste bescherming onderweg. Veilig op pad gaan begint bij een bewuste keuze in de auto. Om zeker te zijn van een veilige rit door het buitenland, zonder boetes, is het goed om extra te checken of de kinderzitjes voldoen aan de gestelde eisen. Ben je van plan om naar een Duitse of Franse stad te rijden? Vergeet dan niet een milieusticker aan te vragen. Zo ga je onbezorgd op reis met je gezin!
